Elektromagnetische velden
Mobiele telefonie & gezondheid
Nieuwe technologie brengt nieuwe vragen met zich mee. Bijvoorbeeld over de gevolgen van 5G. Al geruime tijd wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van elektromagnetische velden (EMV) – ofwel straling – van mobiele netwerken.
Een veilig mobiel netwerk
We zijn ons bewust van de zorgen die er bij sommigen leven rondom EMV van mobiele netwerken. Het is van cruciaal belang dat er zorgvuldig wordt omgegaan met gezondheidszorgen omtrent mobiele netwerken. Als leverancier van vitale infrastructuur staat KPN in voor een mobiel netwerk dat veilig is voor mens en milieu. Aangezien mobiele technologie en het onderzoek naar de effecten daarvan continu in ontwikkeling zijn, is het ook zaak de vinger aan de pols te houden.
Daarom houden we ons voortdurend op de hoogte van de wetenschappelijke publicaties van toonaangevende instanties, zoals de Gezondheidsraad, het Kennisplatform EMV en het RIVM. We volgen hierbij alle adviezen en aanbevelingen op. Ook leveren we desgevraagd data aan wetenschappers om hen te steunen bij onderzoek naar EMV en gezondheid. KPN zal onmiddellijk acteren als de overheid normen of adviezen bijstelt op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Zendmasten en antennes
Om mobiel bellen en internetten te kunnen aanbieden, heeft KPN een landelijk dekkend mobiel netwerk van zendmasten. Hiervoor maken we gebruik van vergunningen voor frequenties die zijn verstrekt door de Nederlandse overheid. Het signaal tussen de zendmast en de mobiele telefoon gaat door de lucht via radiogolven, die bestaan uit een elektromagnetisch veld. Mobiele aanbieders, waaronder KPN, hebben samen met de overheid afspraken gemaakt over maximale stralingsniveaus. Deze normen zijn in maart 2020 herzien en baseren zich op de meest recente inzichten uit de wetenschap.
Elektromagnetische velden (EMV)
Er zijn grofweg twee types elektromagnetische velden: ioniserend en niet-ioniserende straling. Het is belangrijk dit onderscheid te maken.
Röntgenstraling en gammastraling zijn voorbeelden van ioniserende straling. Dit staat in contrast met niet-ioniserende straling van alle elektromagnetische velden met lagere frequenties (tussen de 10 kHz en 300 GHz). Deze radiofrequente velden worden onder andere gebruikt voor radio, televisie en mobiele telefoons en hebben dus geen ioniserende eigenschap.
Altijd ruim binnen de norm
Mobiele telefoons en zendmasten mogen geen elektromagnetische velden produceren die de blootstellingslimieten overschrijden. De basis van de zogenaamde blootstellingslimieten is vastgesteld door een internationale groep van onafhankelijke wetenschappers, verenigd in de ‘International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP)’.
Bij blootstelling aan zendsignalen, die lager zijn dan de blootstellingslimieten, is in wetenschappelijk onderzoek geen bewijs gevonden voor mogelijke gezondheidseffecten. Ook voor andere effecten (de zogenoemde ‘non-thermische effecten’) is volgens ICNIRP geen wetenschappelijk bewijs gevonden voor de gezondheid. De eerste ICNIRP-normen uit 1998 zijn door de Europese Commissie vastgelegd in een aanbeveling in 1999 aan alle Europese Lidstaten om deze blootstellingslimieten over te nemen in eigen wetgeving. In Nederland zijn deze normen opgenomen in een convenant tussen de Rijksoverheid en de mobiele aanbieders. In maart 2020 heeft de ICNIRP zijn normen herzien op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. De Nederlandse overheid is bezig met een wetswijziging om deze nieuwe normen in nieuwe wetgeving op te nemen.
KPN blijft altijd ruim binnen de blootstellingslimieten. De overheid controleert dit ook continu. In Nederland voert de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) EMV metingen uit en geeft het Antennebureau voorlichting over antennes en EMV. Er is een ruime veiligheidsmarge opgenomen in de ICNIRP normen; de blootstellingslimieten van ICNIRP zijn een factor 50 strenger dan het punt vanaf wanneer thermische effecten optreden (van max. 1°C).
KPN zal onmiddellijk acteren als de overheid normen of adviezen bijstelt op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten.